mouton

bouwheer:
Stad Kortrijk

algemene aannemer:
Vandendorpe nv

ligging:
Kortrijk, Korte Capucijnenstraat

status:
voltooid in 1998

OPVATTING NIEUWE STRUCTUUR

De 13cm dikke vloeren zijn uitgevoerd in predallen (geborstelde bovenafwerking) en overkragen de ruimte tussen de zijgevel van het bestaande gebouw en de nieuwe stalen gevel. Aan het bestaand gebouw liggen de vloeren op stalen hoekstaven die chemisch verankerd zijn in het bestaand metselwerk. Hierdoor werd de oneffenheid van de bestaande muur opgevangen (de tussenruimte werd opgegoten met krimpvrije mortel). Er is dus een kleine bewegingsvoeg gecreëerd die de uitzetting van de stalen zuidgevel toelaat. De bestaande gevel is vrijgehouden van supplementaire kolommen. De bijkomende belasting van de nieuwe vloeren op de bestaande diepfundering werd bijgestuurd door een tegendruk van de excentrisch geplaatste nieuwe paalfundering onder de glazen gevel. De stalen gevel is een ‘stapelconstructie’ bestaande uit kolommen (HEB 180) en doorlopende liggers (HEA 180). De bovenzijde van de liggers zit bij de ‘droge’ vloeren gelijk met het afgewerkte niveau van de predallen. De kolommen zijn voorzien van een kop- en voetplaat en met gatlassen verbonden aan de liggers. De stabiliteit tegen brand voor de volledige staalstructuur werd bekomen met zwelverf.

STABILITEIT

De bestaande toren vormt de schorende constructie voor de nieuwe aanbouw. De horizontale windkrachten op de nieuwe constructie worden opgenomen door trekkers, gemonteerd op de gevelbalken en ingebetonneerd in de opstorthoogte van de betonvloer. De trekkers gaan dwars door de bestaande gevel van de Tacktoren en zijn verankerd op de bestaande betonnen vloeren.
Het nieuwe verhoogde (dans)parket in deze lokalen liet de hiervoor vereiste tussenruimte. Ter hoogte van de vierde verdieping verjongt de bestaande Tacktoren tot circa tweederde van zijn basislengte van 20m. Het gedeelte van de nieuwe glazen constructie dat zich langs die buitenruimte bevindt, vormt een horizontale uitkraging op de toren. De betonnen verdiepingsvloeren werken hier als horizontale balken die de windlasten naar het bestaande gebouw overbrengen.

RAMEN

De toren is uitgerust met verdiepingshoge stalen ramen met een ritme (8 x 2,52m) dat afwijkt van dit van het skelet (6 x 3,36m). Het glas zit gevat in stalen kaders uit kokers (60×20) met slaglatten. Deze kaders zijn ondergesteund door doorlopende horizontale platen en tussengeplaatste verticaal gelaste T-profielen, die de windkrachten naar de structuur overbrengen.

In het midden valt het verticale raamprofiel samen met de structuurkolom en is er een uitzettingsvoeg voorzien in de glasgevel. De verticale last van ieder raam (eigengewicht ca. 6 kN) wordt afzonderlijk opgenomen door telkens twee achter de glasgevel gelegen stalen consoles tot op de gevelbalken.

TRAPPEN

De trappen zijn uitgevoerd in prefabbeton. Bij de hoge verdiepingen bestaan ze uit twee prefab trapgedeelten met een ter plaatse gestort tussenbordes, dat met een ingegoten stalen trapeze opgehangen is aan de bovengelegen raveelconstructie.

BETONTAFEL

De betonnen ‘tafel’ op de vierde verdieping meet 3,5 bij 6,6m en is 3,5m hoog. De tafel, die een terras verschaft op de vijfde verdieping, bestaat uit een betonnen ‘blad’ van 28cm dik en vier vierkante poten (zijde 28cm) die telkens op de hoek zijn geplaatst. Om het gewicht te beperken zijn in het ‘blad’ holle buizen ingestort tussen de wapeningsnetten.
Voor de bekisting werd aandacht geschonken aan doorlopende bekistingslijnen. Het geheel werd in één fase gebetonneerd.