De Grote Post, Oostende
ontwerpers:
B-architecten
bouwheer:
Stad Oostende
algemene aannemer:
MBG-Strabag
ligging:
Oostende, Hendrik Serruyslaan
bruto oppervlakte (m2):
15.000
status:
voltooid in 2012
Het geklasseerde postgebouw van Gaston Eysselinck uit 1953 werd omgebouwd tot een bruisend cultuurhuis. De restauratie gebeurde met respect voor het bestaand gebouw en haar originele structuur. Tussen het oude postgebouw en de nieuwe achterbouw ligt een amfitheater, als kloppend hart. Transparante passerelles animeren deze buitenruimte. Ze verbinden de 2 gebouwen.
Het hoofdgebouw en de twee zijvleugels van het oorspronkelijke ontwerp werden gerestaureerd met groot respect voor de originele structuur. De constructies in de middenzone zijn verwijderd, net als latere aanpassingen en toevoegingen, om de oorspronkelijke vorm weer volledig leesbaar te maken. Dit maakte plaats vrij voor een half-ondergrondse theaterzaal voor 431 personen, een theatertoren – die een zeker afstand bewaart tot de zijstraten – en daarbovenop een kleinere polyvalente zaal met 185 zitplaatsen op een uitschuifbare tribune. De verschillende zalen zijn akoestisch volledig ontkoppeld om gelijktijdig gebruik mogelijk te maken.
De nieuwbouw is opgevat als een betonconstructie waarvan de massa maximaal werd afgestemd op de akoestische eisen. De achterbouw van 32 m hoog is gefundeerd op de oude paalfundering en is deels gebouwd boven de in dienst gebleven telefooncentrale.
Tussen het oude gebouw en de nieuwe achterbouw is een amfitheater als kloppend hart voorzien. Transparante passerelles van 25 m lang, ‘tubes’, brengen het publiek langs deze ontmoetingsplaats naar de verschillende ruimtes in het gebouw. Ze animeren zo de buitenruimte.Deze passerelles hangen tussen de gebouwen en laten de oorspronkelijke structuur van het gebouw zo veel mogelijk leesbaar. Ze zijn opgevat in één materiaal: de vloerplaten en de dakplaten in massieve staalplaat worden als met fijn stalen garen aan elkaar gerijgd. Het massieve staal is meteen de afwerking zodat de passerelles van alle zijden eenzelfde aanblik hebben.
De steken van het naaiwerk vormen schuine elementen die samen met de vloer- en dakplaten de druk- en trekelementen van een verdiepingshoog vakwerk. De schuine staven worden in twee lagen kruisend opgesplitst en geven de gevels een ruitachtig patroon. Per laag evolueren de staven van dik – vierkante kokers – naar dun – platstaal – waardoor de variërende krachtswerking over de lengte van de passerelle af te lezen valt. Wanneer in de ene laag de schuine staven op trek werken, werken de kruisende staven in de andere laag op druk. De overgang van trek naar druk laat toe de dikte van de steken, het stalen garen, in de twee lagen te laten variëren. Door kleinere steken kunnen de afmetingen van de stalen trekkers en drukkers verkleind worden om een fijnmazig patroon te vormen dat architecturaal ingezet wordt.
bouwheer:
Stad Oostende
algemene aannemer:
MBG-Strabag
ligging:
Oostende, Hendrik Serruyslaan
bruto oppervlakte (m2):
15.000
status:
voltooid in 2012