
Buitentrap Zonnepoort, Gent

ontwerpers:
BACK architecten
bouwheer:
stad Gent
algemene aannemer:
Furnibo
ligging:
Gent, Lange Violettestraat
status:
voltooid in 2023
De school bevindt zich in een binnengebied van stad Gent. Aan de straatkant is recent een nieuwbouw geplaatst. In het binnengebied staat de bestaande school waar een bijkomende evacuatietrap voorzien diende te worden. De trap wenst meer te zijn dan een evacuatiemogelijkheid. Het vormt een schakel tussen heel wat bestaande bouwelementen en functies. Tevens vormt het een spil naar de verdere groeimogelijkheden van de school. We onderscheiden twee delen: enerzijds de betonnen portiek en anderzijds de betonnen trapstructuur.
Deze realisatie kadert in een interreg/urbcon project waarbij 4 projecten met elk een eigen betontechnisch doel werden uitgewerkt, van labomix tot realisatie.
Het beoogde doel is een “beton” ontwikkelen die prefabtoepassing mogelijk maakt (hoge esthetische eisen, hoge aanvangsdruksterkte, …) in combinatie met een diversiteit aan poeders ter vervanging of gedeeltelijke vervanging van een CEM I en hiermee gepaard een reductie van de CO² footprint van dit beton van circa 70%.
BETONNEN PORTIEK
De betonnen portiek doet dienst als beëindiging van het bestaande veranda-dak. De op te nemen belasting is beperkt tot het eigengewicht van de betonbalk en een kleine driehoekige zone van het lichte dak.
Deze elementen werden zo opgevat en gedetailleerd dat ze maximaal aansluiten bij hun eenvoudige schematisering: twee kolommen die ingeklemd zijn in de fundering en een enkelveldse balk die scharnierend opligt op de kolommen.
Door de lage belasting kon de balk slank ontworpen worden, en zijn doorbuigingen en variaties op doorbuigingen ook goed meetbaar. (Het schrijnwerk wordt achter de balk geplaatst, zodat in-situ-testen ook na ingebruikname eenvoudig uitvoerbaar zijn.)
De balk is ook eenvoudig en goedkoop fabriceerbaar en kan dus ook makkelijk in veelvoud geproduceerd worden, indien dit nuttig zou zijn voor het onderzoek.
Deze portiek heeft dus niet enkel een architecturale betekenis, maar vormt ook een ideale testopstelling.
TRAPCONSTRUCTIE
De trapconstructie is volledig autonoom opgevat, met een eigen stabiliteit en volledig losstaand van het bestaande gebouw.
De centrale steunwand heeft een variërende driehoekige horizontale sectie, afgestemd op de krachtswerking.
De variatie is zichtbaar in de breedte langs de kant van de speelplaats. Onderaan is de breedte maximaal (max. 1000 mm), voor een optimale inklemming in de fundering. Hogerop varieert deze breedte (600/800/400 mm), waarbij de inklemming van het balansbordes (B3) en de balansslede (S6) bepalend zijn voor de aangehouden breedtes.
Deze ‘voorzijde’ met variërende breedte levert de nodige dwarse stijfheid en dit op alle hoogtes. De achterzijde (kant gebouw) van de steunwand kan dus slank (ca. 25 cm) gehouden worden over de volledige hoogte.
Consoles aan de centrale wand dragen de rondom lopende trappen en bordessen. De trappenconfiguratie is maximaal symmetrisch, zodat de excentrische krachten beperkt blijven. Asymmetrische gebruiksbelastingen zijn natuurlijk wel volledig ingerekend.
De consoles hebben de ideale vorm voor de op te nemen krachten. Bij de tapse consoles aan de voorzijde zijn dat dwarskracht, moment en torsie.
De positie van de voegen is zo gekozen dat het geheel isostatisch is. De krachtswerking is eenduidig bepaald en de detaillering kan eenvoudig gebeuren.
De vorm van de trap-elementen houdt in dat er ook torsiekrachten in optreden, maar deze zijn beperkt en kunnen met een courante wapening opgenomen worden.
In de centrale wand worden uitsparingen voorzien op de plaatsen met beperktere krachtswerking. Naast het architecturale aspect (en een passende integratie van de testkubussen in het ontwerp) geeft dit ook een optimalisatie (reductie) van het materiaalgebruik en bijhorend (hijs)gewicht, en een lagere massiviteit die nuttig kan zijn bij het beheersen van de warmteontwikkeling tijdens de hydratatie.
In de detaillering wordt gewerkt met giethulzen. Deze worden op niet-zichtbare plaatsen voorzien: in de centrale wand zijn deze continu (van onderzijde element tot bovenzijde element); bij de inklemconsoles (onder het balansbordes en de balansslede) worden ze opgenomen in de consoles en is stekwapening voorzien in de trapelementen. Dit is optimaal voor de verankeringslengte én voor het uitzicht.
Er kan probleemloos gewerkt worden met een overmaatse betondekking (bvb.50 of 60 mm) op de hoofdelementen, als dat wenselijk blijkt om een extra duurzaamheid tegen bvb. carbonatatie in te bouwen. Als alternatief kan ook met corrosiebestendige wapening (rvs, galva, …) gewerkt worden, bijvoorbeeld op posities waar een hogere dekking minder haalbaar is (tandopleggingen, consoles).
FUNDERING
Het geheel is gefundeerd op een paalfundering die aanzet onder de zwakke quartaire lagen. Op een diepte van 10 m halen palen met beperkte diameter (36 cm) de vereiste draagkracht.
De inklemming van de trappentoren wordt gerealiseerd door een dwarse funderingsbalk, die de verbinding maakt met de fundering van de betonportiek.
Een stijve funderingsbalk onder de portiek zelf biedt voldoende tegenkracht voor de belastingsproeven op de portiekbalk.
bouwheer:
stad Gent
algemene aannemer:
Furnibo
ligging:
Gent, Lange Violettestraat
status:
voltooid in 2023








